Drie tips om je geheugen te verbeteren
Voor elk apparaat heb je een handleiding, maar veel mensen weten van hun eigen brein eigenlijk niet precies hoe alles werkt. Als je er goed bij stilstaat, is je brein een briljant en fascinerend verschijnsel. Zeker als je studeert, is het goed om eens stil te staan hoe die hersens nu eigenlijk precies werken.
Je brein kun je onderverdelen in het sensorisch geheugen, het werkgeheugen en het lange termijngeheugen. Als je studeert, wil je graag dat veel van de lesstof in het langetermijngeheugen terecht komt. Je wilt tijdens het maken van een tentamen en het doen van je stage de opgedane kennis en vaardigheden makkelijk terug kunnen halen. Eerst leg ik uit hoe de verschillende delen functioneren en wat hun mogelijkheden zijn. Aan het einde deel ik drie tips om meer uit je geheugen te halen.
Sensorisch geheugen
Het sensorisch geheugen neemt veel informatie op met alle zintuigen die je hebt. Dit gebeurt allemaal grotendeels onbewust. Pas als iets belangrijk voor je wordt, komt de informatie in het werkgeheugen. Stel je voor je wilt de weg oversteken, maar er komt plotseling een auto aan. Pas dan word je je bewust van de informatie en deins je vliegensvlug terug. Of als je bijvoorbeeld staat te praten met iemand op een feestje en je hoort verderop je eigen naam vallen. Ineens ben je alert en komt de informatie bewust binnen in het werkgeheugen. De belangrijkste taak van het sensorisch geheugen is om te bepalen of de binnengekomen input van belang is om aandacht aan te besteden in het werkgeheugen. Het grootste deel van de waarnemingen vervliegt in een paar seconden.
Werkgeheugen
Als je ergens bewust mee bezig bent, dan hebben we het dus over het werkgeheugen (ook wel het kortetermijngeheugen genoemd). Het werkgeheugen heeft maar zeer beperkte opslagruimte. Onderzoekers hebben achterhaald dat mensen gemiddeld ongeveer zeven stukjes nieuwe informatie in het werkgeheugen kunnen onthouden. Bij sommige mensen zal dit minder zijn, bij anderen ietsje meer. Hoe intelligenter iemand is, hoe beter en sneller iemands werkgeheugen is. Als het werkgeheugen overladen wordt met teveel informatie, zul je de eerdere informatie vergeten. Als je bijvoorbeeld een heel moeilijk nieuw vak krijgt bij je studie, kan het zijn dat het eerst erg overweldigend is. Je werkgeheugen moet dan hard aan het werk. Nu kun je je vast ook voorstellen, dat een berichtje op je telefoon lezen, capaciteit inneemt in je werkgeheugen waardoor er minder ruimte is om met de nieuwe stof aan de gang te gaan.
Langetermijngeheugen
De laatste fase van informatieverwerking is het langetermijngeheugen. Hoewel het werkgeheugen beperkte opslagcapaciteit heeft, heeft het langetermijngeheugen oneindige mogelijkheden. Je zou het langetermijngeheugen kunnen zien als jouw eigen bibliotheek met een groot netwerk van opgeslagen onderling verbonden associaties.

Om iets in het lange termijngeheugen op te slaan, moet je betekenis geven aan de informatie die in het werkgeheugen aanwezig is. Door actief verbanden te leggen met wat je al weet, kan deze informatie worden toegevoegd aan de databank van jouw langetermijngeheugen. Wanneer in een lessituatie het te snel voor je gaat, kan dat liggen aan het feit dat je het onderwerp dat wordt behandeld niet kunt verbinden met wat je al weet. De sprong is dan te groot. Pas wanneer jij kunt bepalen waar deze informatie aan gekoppeld kan worden door te denken aan eerdere kennis die je hebt opgedaan of door een voorbeeld te hebben in je herinneringen, blijft de informatie in je systeem hangen.
Het brein als computer
Als je het brein ziet als een computer, kun je via het toetsenbord nieuwe informatie intypen (sensorische geheugen) en je kunt eerder ingevoerde informatie weer ophalen van de harddrive (langetermijngeheugen). De centrale processor (het werkgeheugen) is het hart van de computer zorgt dat je alle handelingen kan doen.
Tips om meer uit je geheugen te halen
- Begin altijd bij wat je al weet.
Wanneer je met een nieuw vak begint, probeer eerst terug te halen wat je al weet. Dit geldt trouwens ook als je gaat leren voor je tentamens. Als je start met leren voor een toets, probeer eerst eens te achterhalen wat je hebt onthouden van de lessen en hetgeen je al gelezen hebt.
- Blijf herhalen
Herhaling is van belang om informatie langer in het werkgeheugen te behouden en is nodig om de informatie te kunnen verbinden met je bestaande kennis. Onbekende informatie betekent dat je nieuwe hersenverbindingen aanlegt. Hoe vaker je herhaalt, hoe beter deze nieuwe informatie als het ware ingegroefd wordt in je hoofd.
- Geef betekenis
Betekenis geven aan de nieuwe informatie die je leert (coderen) is nodig om het goed op te slaan in het langetermijngeheugen. Door verbanden te leggen met wat je al weet, geef je de informatie als het ware een label en archiveert het in je eigen mentale bibliotheek, waardoor je het later makkelijker kan terughalen. Dus door iets echt te snappen, kun je de kennis beter en sneller weer reproduceren.